Het verhaal achter het klavecimbel

Blijkbaar waardeerde Bach het klavecimbel in de context van de ‘Passie’. Zoals in de inleiding vermeld, vroeg hij immers in anticipatie van de première om het klavecimbel te laten repareren, dat hoogstwaarschijnlijk in combinatie met één of meer orgels zou zijn gebruikt. Onze productie weerspiegelt in zekere zin dit verhaal. In 2023 voltooide onze vriend Bastian Neelen in slechts één jaar tijd twee kopieën van een prachtig klavecimbel uit 1720 van Carl Conrad Fleischer. Hoewel beide instrumenten bespeelbaar waren, moest het 2e instrument met een speciaal 16-voet register – waarvan Bas hieronder de functie beschrijft – nog concertklaar en geschilderd worden. Met het oog op ons project mengde Bas een nieuwe verf voor het klavecimbel, en verfijnde hij de mechaniek - een proces waaraan hij mij vriendelijk toestond deel te nemen. Bach gebruikt in de ‘Passie’ talloze slimme instrumentatietechnieken, die de gevoelens die door de tekst worden opgeroepen nog verder intensiveren. Het instrument en zijn vele uitzonderlijke expressieve mogelijkheden creëren, naar mijn mening, een sterk gevoel van verbondenheid. (T. Isaji)

Hamburgse klavecimbels uit de eerste helft van de 18e eeuw hebben verschillende vormen en maten, maar het meest interessante zijn de uitbundige registraties die we bijna nergens anders in historische klavecimbels aantreffen. Duitsland, en in het bijzonder Hamburg, lijkt de enige plek waar het 16’ (of ‘16 voet’) register succes kende. Klavecimbels hebben gewoonlijk 8’ registers (normale toonhoogte) en 4’ registers (een octaaf hoger dan de 8’), maar het 16’ register (een octaaf lager dan de 8’) is vandaag, vrij ongewoon.

De klavecimbel die vandaag voor deze opvoering wordt gebruikt is zo een Hamburgs klavecimbel met een 16’ register. Naast de 16’ is er ook een 8’ en een 4’ register. Echter zijn dit niet de registers die in het originele instrument uit 1720 zitten. Voor zijn masterproject aan de instrumentenbouwschool van het KASK & Conservatorium bouwde student Bastian Neelen een kopie en een hypothetische versie van een historisch klavecimbel, gemaakt in Hamburg door Carl Conrad Fleischer in 1720. Het originele instrument heeft twee 8’ registers en een 4’, maar na uitgebreide studie van het ontwerp en de historische context van het instrument kon hij concluderen dat het mogelijk is om de registratie te veranderen van 8’ 8’ 4’ naar 16’ 8’ 4’. Deze hypothetische versie werd dan ook gebouwd, zonder het ontwerp en afmetingen van het originele instrument uit 1720 fundamenteel te veranderen.

Originele Fleischer van 1720

De grootste uitdaging zijn de snaren. In theorie moet een snaar verdubbelen in lengte om een octaaf lager te klinken. Echter zou dit betekenen dat een instrument met een 16’ register meer dan zes meter lang zou zijn door zeer lange bassnaren. Het is ook mogelijk om de snaren dikker en zwaarder te maken. Denk maar aan een piano, waar de snaren in de bas omwonden zijn zodat ze zeer laag kunnen klinken, zonder enorm lang te zijn. In dit klavecimbel zijn de 16’ snaren relatief kort, en daardoor zeer dik. Maar er is niet gekozen voor omwonden snaren, omdat de populariteit ervan in de geschiedenis niet wordt bevestigd, en omdat er geen aanwijzingen zijn dat het gebruikt is op ons nog resterende originele instrumenten.

Vandaag maakt de theorie plaats voor de praktijk. Dit is het eerste concert voor deze klavecimbel. Hopelijk zullen al haar kleuren in de Johannes Passion tot hun recht komen. De originele Fleischer uit 1720 is maar vier jaar ouder dan de première van de Johannes Passion, wat het extra spannend maakt om dit duo te zien samenkomen.

(B. Neelen)

Bas aan het werk

Ik ben geboren en opgeleid in Gent, België. Ik herinner me dat ik op jonge leeftijd vaak naar Klara luisterde voor het slapengaan, en al snel begon ik ook viool te spelen toen ik 5 jaar oud was. Maar muzikant worden betekende te weinig ambacht en werken met mijn handen, en mijn aandacht verschoof naar muziekinstrumenten maken. In 2018 besloot ik de opleiding instrumentenbouw aan het KASK & Conservatorium in Gent te volgen. Tijdens mijn studies leerde ik over barokinstrumenten, en raakte vooral geïnteresseerd in klavierinstrumenten. Ik werd opgeslokt door de vroege klavierinstrumenten en koos ervoor om me te specialiseren in het bouwen ervan. Tijdens de opleiding in Gent bouwde ik meerdere kleine muziekinstrumenten voordat ik in het derde bachelorjaar voor klavieren koos. In de laatste drie jaar van de opleiding bouwde ik drie klavecimbels. Eén naar Ruckers, een Vlaamse klavecimbelbouwer, en twee naar Fleischer, die actief was in Hamburg. Hopelijk volgen er in de toekomst nog veel meer, want ik heb de ambitie om binnenkort mijn eigen atelier te beginnen.

Bastian Neelen

KLAVECIMBELBOUWER